Eindelijk vrij

‘Naar Grave,’ zegt Tjeu opgewonden. ‘Daar zijn de Tommy’s geland!’
‘In Grave?’
‘Ja, volgens onze knecht willen ze de Maasbrug veroveren, zodat hun tanks om de Duitse verdedigingslinies heen naar Berlijn kunnen rijden.’
‘Wacht, ik kom eraan!’ roept Piet. Hij haalt de fiets onder het hooi in de stal vandaan.
‘Gaan jullie echt naar Grave?’ vraagt Nol. ‘Is dat niet gevaarlijk?’
‘Voor een snotneus als jij wel,’ zegt Huub. ‘Maar wij zijn nergens bang voor.’
Piet scheurt in volle vaart het erf af. ‘Waag het niet iets tegen vader te zeggen!’ waarschuwt hij.
Nol staart hem na. Hij zou graag met de jongens meegaan, maar weet donders goed dat ze hem er niet bij willen hebben. Dat heeft hij weer! Te oud om gezellig met moeder, Hay en Lies naar tante Doortje in Gennep te gaan en te jong om met Piet en zijn vrienden het avontuur in Grave op te zoeken. Iedereen gaat naar plekken waar van alles te beleven valt, terwijl hij met vader in Overloon moet blijven om voor de varkens en de koe te zorgen. Overloon, waar nooit iets gebeurt. Hij heeft ook altijd pech!

Dat had Nol gedacht! De oorlog die vier jaar lang op afstand gebleven was, komt recht op hem af. De bevrijders zijn vlakbij, maar het duurt nog een eeuwigheid voordat Nol eindelijk vrij is. Langer dan het einde van de oorlog.
Dit verhaal vertelt de geschiedenis van de bevrijding van het Land van Cuijk en Noord-Limburg. Dat is meer dan één simpel verhaal. Wat Nol niet zelf meemaakt, hoort hij van zijn broers en zus.

Het verhaal is uitgegeven als Historisch cahier (32 pagina's), in samenwerking met het Oorlogsmuseum in Overloon en Biblioplus.
Voor € 5,- bij mij te bestellen.